Proef 2.7.2 Twee krachten onder een hoek

7 mei • Valk, Ton van der

Doel van de proef: de leerlingen weten hoe ze de resultante kunnen bepalen van twee krachten die een hoek met elkaar maken.

Nodig uit de lestrolley:

  • Karretje
  • Drie veerunsters

En verder: touwtjes, potlood of pen, papier, liniaal

 

Maak de opstelling van de foto. Laat de leerlingen de krachtmeters vasthouden en aflezen en de grootte van de krachten links en rechts met elkaar vergelijken. Laat ze experimenteren met verschillende grootte en richtingen van de krachten. Gebruik de regel: één leerling trekt wat harder of minder hard aan zijn veerunster. De anderen houden hun veerunster op zijn plaats. Dan blijken niettemin de krachten van de twee andere veerunsters ook te veranderen want het karretje verandert van plaats.

Neem dan één situatie en teken daarvoor de krachten op papier. Neem als schaal bijvoorbeeld 4 cm voor 1 N. Bepaal de resultante van de twee ‘schuine’ krachten volgens de regels uit het boek. Vergelijk de grootte en de richting van de resultante met de kracht aan de andere kant.

Benadruk dat de resultante de twee ‘echte’ krachten vervangt. Daarom wordt de resultante gestippeld getekend (zie foto). Er zijn dus geen drie krachten, maar ofwel twee (de ‘echte’ krachten) ofwel één (de resultante).

Leswerk