Voorwoord: Wat vindt de NVON?

Jan Jaap Wietsma

Het voorwoord van NVON-voorzitter Jan Jaap Wietsma: Wat vindt de NVON?

Als voorzitter heb ik nogal eens de taak te laten weten wat ‘de NVON’ ergens van vindt. Ik probeer dan zo goed mogelijk weer te geven wat mij bekend is over de opvattingen die we als vereniging hebben of in die geest te spreken. Vandaar dat het goed is dat we daar als vereniging ook over nadenken. Dat betekent zeker niet dat we één opvatting nastreven, maar wel dat we zoeken naar het gemeenschappelijke in de 4500 individuele meningen van onze leden. Daarover nadenken en uitwisselen heeft de commissie NieuwNVON gekarakteriseerd als ‘visie ontwikkelen’. Dat betekent niet dat we geen visie zouden hebben, maar wel dat we er samen aan werken om helder te krijgen hoe we als leden aankijken tegen ons onderwijs. Hoe ziet goed onderwijs in de natuurwetenschappen en techniek er uit? Wat is daar voor nodig? Hoe zorgen we dat dit ook in de toekomst goed is? Het antwoord dat we binnen de NVON op deze vraag geven bepaalt heel veel. In ieder geval geeft het richting voor de antwoorden die ik ga geven als mij gevraagd wordt: wat vindt de NVON?
Die visie is ook belangrijk wanneer we als vereniging betrokken zijn bij de ontwikkeling van nieuwe bèta-examenprogramma’s voor bovenbouw vmbo, havo en vwo, die begin 2022 van start gaat. Curriculum.nu (het traject voor basisschool en onderbouw) staat inmiddels al twee jaar in de wachtstand, en dat verandert voorlopig ook niet. Bij de debatten over Curriculum.nu heeft de Tweede Kamer besloten dat in de trajecten voor de bovenbouw de bètavakken direct aan het begin meegaan in de herziening. Ook is besloten dat daarin de vakverenigingen een belangrijke rol krijgen.
Dat betekent voor het traject van de bovenbouw dat de NVON vanaf nu een flinke klus te doen krijgt. De ontwikkelteams worden samengesteld, en daaromheen worden advieskringen gevormd. Anders dan bij Curriculum.nu ligt de aansturing voor het geheel nu bij SLO en het ministerie van OCW. Ook anders is dat ‘het veld’ niet rechtstreeks door de  ontwikkelgroepen geraadpleegd wordt, maar dat dit via de advieskringen en vakverenigingen gebeurt. De NVON gaat adviseurs leveren voor de advieskringen rond de ontwikkelteams, die feedback geven en de kwaliteit van het ontwikkelwerk toetsen. 
Wat ‘de NVON’ vindt, doet ertoe. Hoe we dat te weten komen vraagt om goede interne afstemming en organisatie. Om te voorkomen dat de adviseurs zélf de opvatting van de hele vereniging in beeld moeten brengen, stel ik een brede adviescommissie curriculumvernieuwing in, die bestaat uit NVON-leden die de ogen en oren van de adviseurs moet vormen. Daarvoor komen oproepen via de secties, nieuwsbrief en website. Via bijeenkomsten, conferentie-werkgroepen en andere middelen betrekken we zoveel mogelijk docenten en toa’s bij dit proces.  Op deze manier werken we aan visie-vorming, met een concreet doel: het verbeteren van de examenprogramma’s voor de bètavakken. Met een goede visie lukt het om onderwijs te ontwikkelen waar in de praktijk goed mee te werken is. Hiermee ondersteunen we onze collega’s in de lespraktijk. De visie die we ontwikkelen dragen we uit, en vertegenwoordigen zo de inzichten van onze leden.
Dus als ik ergens namens de NVON spreek, hoop ik vanuit een gedragen visie de collega’s te vertegenwoordigen, te zorgen voor verbinding en daarmee ons aller werk te versterken.

Jan Jaap Wietsma
Voorzitter NVON
Reacties naar: j.j.wietsma@nvon.nl

3_NVOX21_TDS_NR-9.pdf
NVOX

NVOX 2021 • nummer 9 • bladzijde 3