Het voorwoord van voorzitter Jan Jaap Wietsma in NVOX 8 (2025)
Bij het jubileum van de NVON kijken we terug op vijftig, nee, bijna honderd jaar onderwijs in de natuurwetenschappen. De verenigingen voor leraren natuur- en scheikunde (opgericht in 1930) en die voor biologie (opgericht in 1926) kozen er in 1975 voor om te fuseren tot NVON. Later voegde zich ook de VeDoTech bij de NVON, waardoor ook techniek vertegenwoordigd werd. Al die tijd was de reden van bestaan, dat collega’s die onderwijs verzorgen in de natuurwetenschappen en de techniek, kennis delen om samen sterker staan. En het bijzondere is dat collega’s uit (behoorlijk verschillende) vakdisciplines er voor kozen om samen op te trekken. Het vak én het grensvlak: er is veel dat bindt. Tegelijk vraagt dat om het bouwen van bruggen tussen de disciplines. We zien datzelfde bij opleidingen, het onderzoek en bij bedrijven: vooruitgang vraagt om samenwerking tussen disciplines.
In de NVON, en haar voorlopers, vormen de leden de brug tussen het vakdomein en de onderwijscontext. Op dat snijvlak ontwikkelt zich de vakdidactiek, waarvoor kennis en vaardigheden van onderwijs én bèta-technische vakinhoud nodig zijn. Deze vakdidactische expertise is de basis voor ons werk. NVON is een vakvereniging van mensen in het onderwijs, niet onbelangrijk: voor alle onderwijssoorten en niveaus. Tegelijk is ervoor gekozen om niet alleen docenten maar ook onderwijsondersteuners (aanvankelijk de amanuensis, nu toa en instructeur) in de vereniging op te nemen. Daarmee is een veelzijdige vereniging ontstaan die een breed palet aan schoolvakken omvat en een goede positie heeft richting de toekomst.
Zijn we daarmee als NVON compleet? Zeker niet. Onze natuurvakken hebben belangrijke raakvlakken met bijvoorbeeld wiskunde, informatica en aardrijkskunde. Er zijn ook raakvlakken met de talen, maatschappelijke vakken, bewegingsonderwijs en kunstvakken. Collega’s die deze vakken verzorgen zijn in andere vakverenigingen vertegenwoordigd. Dat maakt het van belang nauw contact met hen te onderhouden. Tegelijk zien we dat de vakkennis uit de natuurvakken onmisbaar is op de raakvlakken. Bijvoorbeeld: taal bij bètavakken, gebruik van wiskunde in de biologie of inzet van techniek bij kunst. Ook bij digitale geletterdheid of burgerschap zien we dat (school)vakken ieder een eigen, onmisbare, bijdrage leveren. Juist die samenhangende benadering hebben we benadrukt in onze campagne: tijd voor betekenisvol bètaonderwijs Losknippen van vakken en naast elkaar in een curriculum zetten heeft tot gevolg dat er versnippering ontstaat en er gemakkelijk vakinhoudelijke misvattingen kunnen ontstaan, als er onvoldoende ruimte is om aan vaktaal te werken of vaardigheden binnen de vakcontext toe te passen. Bruggen bouwen is ook in de schoolcontext noodzakelijk.
Hebben we als NVON een verhaal? Wel degelijk. We zijn een vakvereniging, waarin vakdidactiek en expertise uit de praktijk bij onze leden te vinden is. We ontwerpen en verzorgen onderwijs in de bètavakken, en streven er naar dat voor leerlingen betekenisvol te laten zijn. Dat lukt wanneer docenten en toa’s hun vakinhoud beheersen én in de juiste context kunnen plaatsen.
Zijn we de enige die zich inzet voor het bèta-technische onderwijs? Nee. Maar het is wel duidelijk dat docenten en toa’s de onmisbare schakel vormen om dat onderwijs vorm te geven. De grote doelstelling: elke leerling tijdens de schoolloopbaan in contact brengen met bèta-techniek, krijg je niet van de grond zonder onderwijsgevenden. Meer instroom in bèta-technische opleidingen kan ook niet zonder docenten, net als een goed opgezette onderwijslijn vanaf de basisschool tot aan de beroepsopleiding. En de overstap tussen basisschool en onderbouw vo, of bovenbouw vo naar mbo, hbo of wo gaat ook niet vanzelf. Daar zijn goede bruggen voor nodig, waarvoor we als leden van de NVON graag onze expertise blijven inzetten.
Jan Jaap Wietsma
Voorzitter NVON
Reacties naar: j.j.wietsma@nvon.nl