Voorwoord: Patronen

Jan Jaap Wietsma

Het voorwoord van NVON-voorzitter Jan Jaap Wietsma: Patronen

Voetballen is, zeg maar, niet mijn ding. Misschien komt het omdat ik allergisch ben voor bloeiend gras, hoewel ik een groot liefhebber ben van alles wat groeit en bloeit. Daarin is een overvloed aan patronen te vinden. Tenminste: als je ze ziet. ‘Je ziet het pas als je het doorhebt’ is de bekende tegeltjeswijsheid van een beroemd Ajax-voetballer.

Patronen gaan over herhaling van een eenvoudige regel, een vaste structuur of volgorde. Mijn grootvader was kleermaker en maakte bijvoorbeeld uniformen. Met een centimeterband een paar afmetingen van iemand opnemen en dan een patroon uitzoeken van het gewenste kledingstuk in de juiste maat. Na een aantal dagen zwoegen (in de kleermakerszit midden op een grote vierkante tafel) – het patroon uitleggen, doorslaan met een krijtje, knippen, rijgen, naaien en strijken – was het kledingstuk goeddeels af. Tussentijds passen voor de juiste afmeting van pijpen, taille, hals en mouwen was nodig om het écht goed te krijgen. Daarna knopen, bandjes, versieringen en wat er niet allemaal op een uniform zit. Vandaag de dag zou zo’n uniform onbetaalbaar zijn.

We zien economische patronen die hebben gemaakt dat de kleermaker, en veel meer ambachtelijke techniek, uit Nederland verdwenen is. We zien consumptiepatronen, die hebben gemaakt dat we weggooien wat niet meer werkt in plaats van repareren. We zien denkpatronen, die er toe leiden dat we techniek zijn gaan zien als iets ingewikkelds met metaal, elektronica en apparatuur, die je gebruikt of bedient, maar zelf niet in elkaar zet. Ik denk dat dit ook geldt voor de aanwezigheid van techniek in onze samenleving. Kleding maken, scharen we niet meer zo snel onder de noemer techniek. Een tekening maken en uitknippen lijkt bedrieglijk eenvoudig omdat je dat op de basisschool al leert. Als je door hebt dat ook dit technische vaardigheden zijn die je pas na lang trainen onder de knie hebt, dan zie je dat het maken van een uniform net zo zeer techniek is als het bouwen van een computerchip, elektrische motorfiets of zorgrobot. Je ziet het pas als je het door hebt.

We zien dat ook in opleidingspatronen, die vooral gericht zijn op onderzoeken, (be)denken en uitbesteden, maar niet op duurzaam ontwerpen, maken en repareren. Duurzame ontwikkeling vraagt er om dat we dergelijke patronen doorbreken, en jonge mensen anders gaan opleiden. Soms leren jongeren ons iets zien, wat we nog niet door hebben. De NVON heeft vorig jaar het boek ‘Plan Bèta’ uitgebracht, als startschot om duurzame ontwikkeling een stevige plek te geven in de onderwijspraktijk. Om dit verder realiseren, gaat een Bestuurscommissie duurzame ontwikkeling aan het werk.

Immers: als je doorhebt waar duurzame ontwikkeling voor nodig is, ga je pas zien waar je het in je omgeving en in je lespraktijk kunt stimuleren. Er wordt momenteel voortvarend gewerkt aan kerndoelen en eindtermen voor het hele basis- en voortgezet onderwijs. Het lijkt er op dat daarin ruime aandacht zal zijn voor duurzame ontwikkeling. Eind 2024 zullen we, in elk geval voor de natuurvakken, de nieuwe patronen voor onze lespraktijk beschikbaar hebben. Als er tenminste geen lestijd van onze vakken wordt afgeknipt, we eigenaar blijven van onze vakinhoud en eigen lesmateriaal kunnen ontwikkelen. Er moeten dan wel investeringen gedaan worden in de kennis en vaardigheden van de leraren en toa’s, die met elkaar de jongeren opleiden om volgens nieuwe, duurzame patronen te gaan leven en werken.

Jan Jaap Wietsma

Voorzitter NVON

Reacties naar: j.j.wietsma@nvon.nl

3_Voorwoord-Patronen-NVOX-10-2023.pdf
NVOX

NVOX 2023 • nummer 10 • bladzijde 3