Analyse van een schop

Henk Mulder

In figuur 1 staat een tekenfilm van 14 opnamen, gemaakt van een krachtige schop tegen een bal. De gebruikte gegevens zijn afkomstig van de afdeling biomechanica van de Polytechnic in Liverpool. De beenbeweging werd gefilmd met een hoge snelheid van 64 beelden per seconde. De tijd tussen twee beelden is dan 0,016 s en de totale tijd voor het schot van aanzwaai tot uitzwaai 13 x 0,016 of 0,2 s. Maar in die korte tijd gebeurt er heel veel. In het zwaaiend been zijn drie redelijk exacte punten aan te geven, namelijk het heup-, het knie- en het enkelgewricht. Deze punten zijn door lijnstukken verbonden, die dus het boven-en onderbeen verbeelden. In figuur 1 is op te meten dat boven-en onderbeen hier 0,39 en 0,42 m lang zijn. We zullen speciaal een studie verrichten van de beweging van het enkelpunt. Daar gaan we dan; misschien krijgt u net als wij ook wel een kick van deze numerieke differentiatie!  

NVOX

NVOX 1987 • nummer 10 • bladzijde 414 - 415

Artikel lezen?

Dit artikel is alleen toegankelijk voor leden van NVON. Wil je verder lezen?
Log dan eerst in

Nog geen lid? Meld u aan!