Proef 4.4.4a Een ei laten vallen

1 juli

Doel van de proef: De leerlingen weten dat een vallend ei bij neerkomen heel kan blijven als je de ‘botsweg’ vergroot. Daarbij kunnen ze de vergelijking \(F\cdot s= \frac{1}{2} mv^2\)  (bij beginsnelheid = 0) toepassen: een grotere botsweg \(s\) geeft een kleinere kracht \(F\).

Benodigdheden:

  • een hardgekookt ei
  • een pak watten

Laat het ei zien. Bespreek aan de hand van de formule \(F\cdot s= \frac{1}{2} mv^2\)  de reden waarom een onbeschermd ei bij neerkomen breekt: kleine botsweg, dus grote kracht. Vraag dan wat je zou kunnen doen om het op de grond te laten vallen zonder dat het kapot gaat

Werk toe naar het antwoord: door de botsweg te verlengen, verklein je de kracht.

Pak het ei nu goed in in de watten en laat het vallen. Laat zien dat het heeft gewerkt door het ei daarna zonder het omhulsel van watten te laten vallen.

Trek een vergelijking met een motorhelm ter bescherming van het hoofd en met de bast van een kokosnoot, ter bescherming van de kokosmelk.
 

Als de massa van het ei, de valhoogte en de dikte van de wattenlaag gemeten worden, is het mogelijk de kracht op het ei te berekenen.

Leswerk