Coprofagie

Maarten Foeken

In de NVON–boekenreeks verschijnt binnenkort een boek over voeding. Er zou ook aandacht besteed moeten worden aan de voeding van huisdieren in brede zin, variërend van hamsters tot koeien en dierentuindieren. Die zijn voor hun voeding vrijwel geheel afhankelijk van wat de mens ze aanbiedt. Daar denken dieren soms heel anders over tot en met het eten van poep: coprofagie, een gedrag dat nog steeds lastig en niet eenduidig te verklaren is.  

Vorige Volgende

Door producenten van diervoeding wordt tegenwoordig heel veel aandacht besteed aan de samenstelling van hun producten. Inmiddels kun je ervan uitgaan dat dergelijke voeding goed uitgebalanceerd en compleet is. Soms gebeurt het dat dieren hun eigen uitwerpselen of die van anderen eten. Voor diverse diersoorten is dit gedrag van zeer groot belang om aan de noodzakelijke voedingsstoffen te komen, zoals vitamines, die mogelijk altijd wel in het voedsel aanwezig zijn, maar niet of nauwelijks door het lichaam kunnen worden opgenomen. Het eten van poep is daarom een tweede mogelijkheid om aan de noodzakelijke stoffen te komen.
Bij een tekort aan enzymen in de darm kan het tekort worden opgevangen door poep van soortgenoten en andere diersoorten op te eten. Denk hierbij aan konijnen; die eten hun eigen nachtelijke ontlasting om de genoemde reden: vitaminen
opnemen.
Ook bij honden komt het eten van poep voor. Hierbij moet wel duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen het eten van ontlasting van honden en het eten van ontlasting van andere dieren. Eten van ontlasting van andere dieren is natuurlijk gedrag. Eten van eigen ontlasting of ontlasting van andere honden: probleemgedrag / afwijkend gedrag. Overigens is het eten van poep bij de teef volstrekt normaal en genetisch vastgelegd als haar puppy’s nog in het nest of in de werpkist verblijven en gezoogd worden. Mijn ervaring is dat ze ermee stopt, zodra de puppy’s worden bijgevoerd door de verzorger; dus ander voer erbij krijgen dan alleen melk van de moeder. Het is dan vooral zaak de werpkist heel erg goed en regelmatig schoon te houden. (Spaar oude kranten!)

Een medische oorzaak

Voor veel hondeneigenaren is het eten van poep een gedrag dat moet worden afgeleerd. Dat kan alleen als de oorzaak volstrekt duidelijk is. Helaas is dat lang niet altijd het geval. Zoals al eerder gezegd, er kan een medische oorzaak zijn, zoals het niet genoeg enzymen aanmaken in de darm, waardoor het aanwezige voedsel niet of niet goed kan worden verwerkt. Bij de mens kennen we die problemen ook, zoals bij bepaalde allergieën, coeliakie of ander intoleranties.

Psychische oorzaken

Een pup straffen door deze met de neus in de poep te duwen en zo te proberen deze zindelijk te maken is totaal af te raden. Een pup wordt bang en zal dan proberen zo snel mogelijk de poep te verwijderen door deze op te eten. Er zijn  genoeg andere mogelijkheden om een pup zindelijk te krijgen. Een goede opvoeding is daarbij essentieel. Denk er daarbij aan dat negatieve aandacht ook aandacht is. Belonen is altijd beter dan straffen. (Zo werkt het in de klas ook.)
Honden die zich vervelen of opgesloten zijn gaan vaak poep eten om iets te doen te hebben. Aan te bevelen is daarnaast, om zelf ook zo zindelijk mogelijk met de verblijfplaats van de hond om te gaan. Regelmatig uitlaten via een standaardroute en de hond prijzen als hij poept en dan snel de poep opruimen, als de hond tenminste aan de lijn loopt.

Genetische oorzaken

Afgezien van genetische defecten, waardoor de hond een probleem krijgt, kan het zo zijn dat vooral bij bepaalde hondenrassen, zoals retrievers, dit gedrag vaker voorkomt dan bij andere rassen. Dat is dus niet meteen een verklaring. Gesuggereerd wordt wel dat het gedrag een evolutionaire basis zou hebben, maar ook is het goed mogelijk dat ze het van elkaar leren. In ieder geval is het vreselijk moeilijk af te leren!

Mogelijke oplossingen

Via de voeding zijn goede resultaten te bereiken; evenals met speciale trainingen. Aangeraden wordt de hond niet te overvoeren, maar het aanbieden van goed verteerbaar voedsel over minimaal twee of meer keer per dag te spreiden.
Ook kan het helpen bepaalde stoffen toe te voegen aan het voedsel wat de uitwerpselen daarna een vieze smaak geeft. Een schijfje ananas per dag schijnt wonderen te doen volgens een bevriende dierenarts.

Ervaringen uit de praktijk

Mijn honden (labradors) eten altijd alles, wat ze maar vinden. Ook staan ze te wachten als een van de andere honden staat te poepen, vrijwel meteen lopen ze eropaf om even later zelf te gaan poepen, zodat de volgende hond haar kans krijgt. Vooral vlak na het eten geven kan ik erop wachten. Verder zijn ze vooral dol op paardenpoep (omdat die veel onverteerde resten bevat, kunnen ze daar dan weer gebruik van maken). Ik moet ze dan mee sleuren. Ze ruiken de poep ook eerder dan ik en zijn mij dus vaak te snel af. Met paardenmest is het opletten, want die dieren kunnen ontwormingsmiddelen gebruikt hebben en dan krijgt de hond die ook binnen met de wormen erbij. De potentiële aanwezigheid van ontwormingsmiddelen in de paardenmest is zeer gevaarlijk en kan dodelijk zijn voor de hond. De eventueel in de mest aanwezige wormen zijn soortspecifiek en dus niet schadelijk voor de hond.
Het risico dat een hond bij het eten van paardenmest of bijvoorbeeld konijnenkeutels ziekteverwekkers binnenkrijgt, is zeer klein. Natuurlijk is dat risico voor het eten van hondenontlasting door honden wel duidelijk aanwezig. Denk
bijvoorbeeld aan Giardia (een darmparasiet).

Ik blijf het een vieze gewoonte vinden, maar gelukkig ben ik zelf geen hond. Al te vaak denken we een sluitende conclusie te kunnen trekken wat de oorzaak is. Bij dit onderwerp zijn er verschillende mogelijkheden, die elkaar ook waarschijnlijk niet helemaal zullen uitsluiten. Dat maakt wetenschap juist zo interessant. Leven met een situatie, waarbij we het nog niet precies weten. Heel leuk!

Met dank aan Andre Bil en Ep Hartman (dierenartsen) en Aline Hartman (diervoedings- en diergedragspecialist) voor hun opmerkingen.

BRON

www.dierenforum.nl

408-409_NVOX19_TDS_NR-8.pdf
NVOX

NVOX 2019 • nummer 8 • bladzijde 408-409