Showdechemie2 K17 Chroomcomplexen

12 april • Jaap van Schravendijk en Henny Kramers-Pals • Joyce van den Hoven

De kleur van chroom kan afhangen van complexvorming (1) of van verandering van de valentie (2). Bij deze proef beperken we ons tot de complexvorming.

Vorige Volgende

Het Griekse woord ‘chroma’ betekent kleur. We vinden het terug in de woorden ‘polychroom’ en ‘chromatografie’.
Het element chroom heet niet voor niets zo: alle verbindingen zijn gekleurd. Die kleur kan afhangen van complexvorming of van verandering van de valentie. Bij deze proef beperken we ons tot de complexvorming.
De beschrijving van deze demo staat in het boek ShowdeChemie2.

 

Links en aanvullingen op K17 Chroomcomplexen

Links over complexvorming van verschillende metaalionen met o.a. ammoniak:
http://www.chemguide.co.uk/inorganic/complexions/ligandexch.html#top
Zie ook: http://www.chemguide.co.uk/inorganic/complexions/aquanh3.html#top 
Een verhelderende Engelstalige beschrijving. Dit is een site die Engelse leerlingen voorbereidt op hun examen op A-level. Daar moeten ze proeven doen en er verklaringen erbij leveren. Dus anders dan de Nederlandse eindexamens.

Wikipedia
http://en.wikipedia.org/wiki/Chromium(III)_chloride
Deze site gaat onder andere in op de veiligheidsaspecten van het werken met chroom(III)chloride.

Chroomchloride nodig, proef gaat niet goed met chroomaluin
Voordat Joyce van der Hoven deze proef testte hebben twee leden van het auteursteam dat gedaan. Zij hadden geen chroomchloride ter beschikking, alleen chroomaluin (chroom(III)kaliumsulfaat-dodecahydraat). Met ammonia kregen ze inderdaad een grijsgroen neerslag van Cr(OH)3. Toevoegen van ammoniumchloride heeft op geen enkele manier het violette amminecomplex opgeleverd. Toevoegen van extra (vast) ammoniumchloride, verwarmen, koken, het lukte allemaal niet. Mogelijk speelt de sulfaatgroep een rol. Het gebeurt wel vaker dat sulfaten leiden tot andere reacties dan chloride.
Joyce van der Hoven beschikte wel over chroomchloride en meldde "Ik heb er leuke dingen mee kunnen doen, alhoewel mijn neerslag maar gedeeltelijk oploste en je met flink geconcentreerde oplossingen moet werken om een zichtbare reactie te krijgen binnen een overzienbare tijd." Uit het oogpunt van veiligheid verdient het werken met geconcentreerde oplossingen helaas geen schoonheidsprijs.

Van Cr6+ naar Cr3+ en terug
Deze proef had oorspronkelijk een tweede deel dat de kleurverandering van chroom bij verandering van valentie zou demonstreren.
Bij deze proef wordt het gele chromaation door waterstofperoxide in zuur milieu omgezet in het chroom(VI)peroxidecomplex CrO(O2)2 en vervolgens in het groene chroom(III)ion. Door toevoegen van OH- ionen loopt de reactie terug tot het oranje dichromaation, Cr2O72-.

Toen twee leden van het auteursteam deze proef testten, traden de in Bukatsch en Glöckner (1977) beschreven kleureffecten niet op. Ook de tweede tester, Joyce van der Hoven, kreeg het niet voor elkaar. Ze mailde: "Ik heb het tweede deel ook geprobeerd, maar liep net als de eerste testers tegen het zelfde probleem op dat de terugkleuring niet naar geel maar naar oranje-bruin verloopt. Ik kreeg de terugkleuring naar geel trouwens wel als ik uitga van een veel geconcentreerdere Cr3+ oplossing (die van deel 1) met waterstofperoxide, maar die reactie verloopt heel heftig en schuimt volledig de buis uit. Het zal dus wel een kwestie van concentratie zijn. "
Omdat het gebruik van Cr(VI) op school wordt afgeraden hebben we van verdere tests afgezien en dit deel van de proef niet opgenomen.

Bronvermelding
  1. Boek: Bukatsch, F. & Glöckner, W. (Hrsg.)(1977). Experimentelle Schulchemie I, p. 157. Keulen, Aulis. ISBN 3-7614-0372-0.
Leswerk