Vraag 03

Antwoord:

Door: Ockhorst | Datum: Zondag 19 mei 2019, 22:09 uur (Bewerkt op: 19-05-2019 22:10)

Ik verwacht dat er wel een correctie/aanvulling op deze vraag gaat komen. CV is volgens mij gewoon niet goed opgesteld. Ik handel voorlopig in geest van de vraag en wacht even af. Het was denk ik eenduidiger geweest als de leerling de bepaling gewoon had moeten uitvoeren. Er staat ook helemaal niet aangegeven waar/hoe de leerling het tijdstip aan moet geven. Ik zou het logisch vinden dat in de figuur te doen maar er is geen figuur voor vraag 3. Dat tijdstip t = 0 noemt niemand en het is erg flauw als het een alles of niets vraag zou zijn. Bol 1 en 2 zijn erg met elkaar verstrengeld, heb je 1 niet mis je 2 ook. Maar volgens mij mag je bol 3 dan wel toepassen op een verkeerd gegeven tijdstip, anders is het een soort van stapelvraag. Wie het goede antwoord geeft, noteert meestal 1 sign. cijfer en dat mag volgens mij (je mag er 1 naast het CV zitten). Dat je voor bol 2 iets over de snelheid van de dames moet zeggen doen de meeste leerlingen wel maar is volgens mij strikt genomen niet het enig mogelijke antwoord op de vraag. Gewoon aangeven dat het verschil in oppervlak op t = 6 het grootst is beantwoordt de vraag al.

Kortom, vraagstelling en CV rammelen aan alle kanten.

Door: Laagwater | Datum: Maandag 20 mei 2019, 11:01 uur

Is het tweede bolletje niet heel erg triviaal? Natuurlijk bouwt Schippers de voorsprong op. Is het natuurkundig niet triviaal, danwel als je ooit eens naar sporten kijkt.  Als een leerling het derde bolletje dus scoort door verschil van oppervlak te benoemen met het tijdsinterval (ook erg impliciet lijkt mij, maar goed.....) Mag het tweede bolletje dan ook gegeven worden?

Door: te Winkel | Datum: Dinsdag 21 mei 2019, 19:35 uur

De term "aangeven" staat niet in de syllabus. Er is dus geen eenduidige actie door een leerling aan gekoppeld. De examenmakers kunnen dan wel willen dat er een tijd genoemd wordt (met nog een marge ook), maar als een leerling duidelijk uitlegt dat de voorsprong oploopt zolang Schippers een hogere snelheid heeft en minder wordt als de snelheid van Schippers lager is en vervolgens de conclusie trekt dat de voorsprong dus maximaal is op het snijpunt van de grafiek (of zegt als ze beiden tegelijkertijd dezelfde snelheid hebben) is dat echt geheel conform de vraag. Aangeven vereist echt niet het specifiek noemen van een tijdstip. M.i. moet je dan dus ook 3p geven. En ach, in het C.V. staat ook dat het genoemde een voorbeeld van een antwoord is. En er is nog punt 3.3 van de algemen regels. Want er is m.i.vakinhoudelijk niets mis met zo'n antwoord.

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Dinsdag 21 mei 2019, 21:00 uur

Bijlage 3 van de syllabus, examenwerkwoorden:

"Noemen, (aan)geven wat, welke, wanneer, hoeveel: Een eindantwoord geven. Een toelichting is niet vereist tenzij anders is aangegeven."

De ironie in dat laatste woord...

In dit examen werd ook vaak gevraagd "Geef aan waarom" en dan gaat het dus mis. Hoe kun je nu vertellen waarom iets zo is zonder dat dat een toelichting omvat? Noem dit gewoon "Leg uit".

Door: te Winkel | Datum: Woensdag 22 mei 2019, 07:25 uur

Ok, sorry. Daar heb ik dus overheen gelezen in de syllabus. Maar nu over de rest van mijn punt: het vraagt dus geen eenduidige actie en zeker niet het perse noemen van een getal. M.i. kun je dus alle punten krijgen voor een goede uitleg zonder 6 s te noemen.

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Woensdag 22 mei 2019, 09:25 uur

Ik zou er geen problemen mee hebben, als het inderdaad zo expliciet wordt aangeduid.

Door: van Garderen | Datum: Vrijdag 24 mei 2019, 10:56 uur

In de landelijke vergadering ook besproken. Als de vraag of het bijbehorende correctievoorschrift niet correct is, dan is repareren via 2.3.3 geen optie, maar afwijken van het CV.

Ik heb dit ingediend via het exameloket als fout in het examen/correctievoorschrift.

Door: van Garderen | Datum: Vrijdag 24 mei 2019, 11:01 uur

@stochart

als de leerling 5,6 opschrijft, dan is dat buiten de marge.

Als de leerling eerst 5,6 opschrijft en dan 6, dan heeft hij duidelijk gemaakt dat hij iets bedoelt buiten de marge en trek ik het punt af

als de leerling 6 opschrijft, dan weet ik niet waar het vandaan komt en ligt 6,0 binnen de 5,5 en 5,49 dus is het leerlingantwoord goed.

Door: Hermine Dees-Ribbers | Datum: Zondag 2 juni 2019, 12:38 uur

Bij mijn tweede correctie heb ik verschillende leerlingen die ALLEEN ‘hokjes tellen’ noemen bij streepje 3. Nu is 1 hokje (toevallig?) 1 meter......

of een ll die wel toevoegt ‘ en een waarde van een vakje uitrekenen en dan vermenigvuldigen met het aantal hokjes’.

tja, ‘een waarde uitrekenen’ wel heel vaag.....

Door: Koole | Datum: Zondag 2 juni 2019, 14:02 uur

@Dees-Ribbers Zeggen de leerlingen niet zoiets als "de afgelegde afstand is het oppervlak onder de v,t-grafiek", niets over het verschil tussen beide oppervlakken (of het oppervlak tussen beide grafieken) en niet tot het gekozen tijdstip? Dan lijkt me ook het antwoord van de laatste leerling te weinig om bol 3 toe te kennen.