als je vgem schrijft, maar 1100 gebruikt dan doe je volgens mij s=vt alleen schrijf je vgem.

1e bolletje niet, tweede kan ook niet.

Derde en vierde kunnen nog wel.

Ik vind dat significant slechter dan een leerling die wel probeert opp of gemiddelde snelheid te doen, maar bijvoorbeeld het hele opp pakt of zich vertelt.

Dus ik heb er ook geen probleem mee om ze af te trekken

Ik zou ook het eerste én tweede bolletje niet toekennen.

Maar dan krijg je wel weer de situatie dat de leerling al boven 100 km zit en het optellen van 45 km dus kan overslaan. Dan blijft er dus alleen nog het completeren over. Dat lijkt me weer wat weinig.

Alternatieve methode: bepaal de benodigde v_gem: $\frac{100-45}{115} = 0,478 km/s = 478 m/s$

Bepaal v_gem uit grafiek: 1100/2 = 550 m/s.

conclusie: v_gem is hoog genoeg, dus ze mogen zich astronaut noemen.

Als leerling dit volledig goed doet: geen probleem.

Bij fouten is een alternatieve scoreverdeling nodig. Voorstel:

• inzicht dat v_{gem, grafiek} vergeleken moet worden met v_{gem, benodigd}
• bepalen van v_{gem, grafiek} = 550 m/s (is hier een marge nodig?)
• inzicht dat v_{gem, benodigd} = (100-45)/t_bc
• completeren en consequente conclusie

Leerling kleurt het oppervlak tb-tc in. Vult dX=vt in met 1100 m/s. Komt dan al boven 100km en trekt goede conclusie.

Mijn idee:

1e: toekennen, want ingekleurd.

2e: niet toekennen, buiten marge.

3e: hij had de 45km niet nodig, maar ook zeker niet gedaan, dus niet toekennen.

4e: conclusie is consequent. Die 45km er niet bij optellen (omdat je al boven 100km) is niet een sterke vereenvoudiging dan denk ik. Wel toekennen.