Hier uw reactie.

Deze vraag lijkt slecht begrepen. Veel antwoorden dat het warm of koud genoeg is en de conclusie  dat het het heelal oud genoeg is ipv moet zijn.

Ja, die heb ik er ook bij zitten. Taalkundig lijkt het me nog kloppend ook...

Ik vond hem ook onduidelijk gesteld. Snap heel goed dat leerlingen dit opvatten als "laat zien dat het heelal zo oud is dat het nu wel koud genoeg moet zijn om water te vormen".

1e bolletje: Waarom moet voor quantumtunneleffect de T laag genoeg zijn? Dat staat toch nergens? Of kijk ik ergens overheen?
Hoe kunnen leerlingen dat bedenken?

Enige waar je het uit op zou kunnen maken is als je het antwoord van vraag 9 goed hebt en datzelfde inzicht hier toepast: Daar is T = 10 K gebruikt. Dus bij lagere T is λ nog groter, dus dan zeker tunneling.

De woorden 'oud genoeg moet zijn' kun je op 2 manieren op vatten:

- wordt bedoeld: het heelal is op dit moment oud genoeg?

- of meer algemeen: het heelal moet minimaal een bepaalde leeftijd hebben
Beide zou trouwens een goed antwoord kunnen opleveren. Dus denk niet dat het een probleem hoeft te zijn.

En dat ons heelal nu toevallig met een bepaalde hoge temperatuur begonnen is, wil niet zeggen dat het niet anders had gekund :)

ik heb (ook) moeite met het eerste bolletje. ALleen door de formule van de debroglie-golflengte en combineren met de tekst van theorie2 kom je hier tot een sluitende verklaring.

En dan wordt het een stapelvraag waar antwoord 9 nodig is om 12 te kunnen beantwoorden.

Leerlingen melden dat in BINAS terug te vinden is dat atomen pas na 300 000 jaar gevormd worden. Dus daarvoor kunnen sowieso geen molekulen worden gevormd. Dus het heelal is oud genoeg...

Maar Jean Pierre; dat geldt voor beide genoemde theorieen en is niet een reden dat theorie 1 niet en 2 wel gesteund wordt. Die leftijd heeft op beide theorieen natuurlijk invloed; maar dat is niet de vraag. Ik geef daar geen punten voor maar ik denk dat het goed is als NVON daar een uistpraak over doet.

Ik ben maar even gestopt met het nakijken van opgave ``Water uit de ruimte``, heb alleen vraag + antwoordmodel gelezen.

Mijn laatste scheikunde les was lang geleden, maar als ik naar het antwoordmodel kijk is het dus zo dat als ik met OH en H2 water probeer te maken, me dat alleen gaat lukken als de temperatuur in mijn laboratorium laag genoeg is.

Als ik  de temperatuur maar hoog genoeg maak in mijn laboratorium , zal deze reactie nooit plaats vinden. Kan een scheikundige me uitleggen waarom dat zo is?

Ik ging er van uit dat voor het 1e bolletje de formule uit opgave 9 moet worden gebruikt; hoge T geeft kleine lambda-b, dus weinig tunnel-kans. Maar dan is het een soortgelijke vraag als 10, namelijk inzicht in die formule.