Vraag 11

Vraag 11

Door: Ronald Korporaal | Datum: Maandag 13 mei 2019, 15:40 uur

Noteer hier uw vragen of commentaar bij deze vraag.

Antwoord:

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Vrijdag 17 mei 2019, 20:45 uur

Ik vind de gewenste verklaring ("ander licht moet vermeden worden") nogal tautologisch met hetgene dat verklaard moet worden ("de omgeving moet donker zijn"). Een donkere omgeving maken betekent dat er weinig/geen ander licht is. Maar waarom is dat nu noodzakelijk? Ik zou zeggen: omdat het Čerenkovlicht een lage intensiteit heeft. Deze verklaring staat niet in het CV, maar lijkt mij natuurkundig ook gewoon juist.

Door: Harkema | Datum: Vrijdag 17 mei 2019, 20:51 uur

Er mag geen licht van dezelfde frequentie (kleur) op de sensoren vallen anders is de Cherenkov straling niet te onderscheiden van de straling die er sowieso al op valt.
Het geet dus zeker niet alleen omdat de C-straling een lage intensiteit heeft. Het antwoordmodel is dus correct.

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Vrijdag 17 mei 2019, 21:15 uur (Bewerkt op: 17-05-2019 21:16)

Excuses, iets te vlug opgeschreven. Ik bedoel natuurlijk "zichtbaar licht". Maar dat neemt mijn punt niet weg:

"Je moet de omgeving donker maken, want je wil geen ander zichtbaar licht dan de CS" is volgens het CV goed.

"Je moet de omgeving donker maken, omdat de CS een lage intensiteit heeft" wordt in CV niet genoemd, maar is volgens mij ook correct (en toont wat mij betreft zelfs meer inzicht: waarom wil je geen ander zichtbaar licht?).

Als de CS een heel hoge intensiteit heeft (zeg laserpen), kun je het ook wel zien in een niet geheel donkere omgeving.

Door: Elzo Bol | Datum: Vrijdag 17 mei 2019, 21:17 uur

Ik vind het CV ook tekort schieten. Het eerste bolletje is zo goed als een herhaling van de vraag en geen verklaring. Iets van 'relative intensiteit' was meer een verklaring geweest inderdaad. 

Door: Harten | Datum: Zaterdag 18 mei 2019, 13:11 uur

@Garmt mee eens de lage intensiteit speelt wel een rol. Mijn leerlingen spreken vaak van straling die minder ver komt door het weefsel. Bij een aantal is het duidelijk dat ze de positron straling bedoelen en dan reken ik het fout bij een aantal is het door een andere zin duidelijk dat ze het blauwe licht bedoelen. Maar bij leerlingen die kort van srof zijn is het niet duideljik of het om de baluwe elektromagnetische straling of de positronstraling bedoelen. Hoe moeten we daar mee omgaan?

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Zaterdag 18 mei 2019, 13:19 uur

Omdat deze vraag over Čerenkovstraling gaat, ben ik geneigd om "straling" op te vatten als Čerenkovstraling, en alleen als er expliciet iets als "positronstraling" staat dit fout te rekenen.

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Zaterdag 18 mei 2019, 14:18 uur

Hmmm... Als positronen een groot doordringend vermogen hadden (en dus per cm weefsel weinig energie zouden verliezen), zouden ze van dieper gelegen tumoren een heel eind richting huidoppervlak kunnen komen, waarbij ze de hele tijd Čerenkovstraling zouden uitzenden. Zo bezien is de korte dracht van positronen eigenlijk best een goede verklaring van de 2e voorwaarde.

Door: Paul Stoop | Datum: Zaterdag 18 mei 2019, 16:10 uur

Beetje flauw misschien, maar toch een klein minpuntje voor de redactie van deze vraag. Fig. 5 toont niet "de mogelijke positronsporen" maar "drie positronsporen" (uiteraard geen onmogelijke en zeker niet de enige mogelijke).

Door: Maaike van Egmond | Datum: Zaterdag 18 mei 2019, 18:22 uur

Voldoet het antwoord wanneer ze inzien dat de CS door de lage intensiteit moeilijk meetbaar is bij zichtbaar licht door de lage intensiteit voor het eerste bolletje?

Verder een leerling heeft het bij CS over dracht ipv doordringend vermogen. Rekenen jullie dit de leerling aan?

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Zaterdag 18 mei 2019, 19:15 uur

@Maaike: 1) ja, 2) nee