Hier uw reactie.

Ik heb in een hele klas welgeteld 1 leerling die uit de lap tekst heeft weten te halen dat alleen fibroïne relevant is voor het beantwoorden van de vraag. Gelukkig hebben we voor het eerst in jaren "consequente" conclusie waardoor met een andere uitleg (het moet zo goed mogelijk verdeeld over hydrofiel en hydrofoob) het tweede punt nog wel kan worden toegekend in een aantal gevallen.

Overigens benoemt mijn ene leerling dan weer niet dat fibroïne hydrofoob is waardoor alsnog punt 1 gemist wordt, jammer dat dit in 1 bolletje staat.

Wat vinden jullie van het argument "het waswater moet zo min mogelijk vervuild worden, dus D5, want dat is de meest hydrofobe stof / grootste Kv"?

Is ook een gegeven uit de opgave.

Uit de tekst haal ik dat het waswater bij het oude proces gebruikt wordt. Bij het nieuwe proces zou er geen was/spoelwater gebruikt hoeven worden, want de vezels hebben al een kleur. Dus al hoewel ik het een slim bedachte opmerking vind, denk ik niet dat er punten voor gegeven kunnen worden.

Echter vind ik het niet kunnen dat voor een vraag aan het einde van een opgave een leerling terug moet lezen naar de 4e regel, 2 bladzijdes terug. Deze vraag heeft mij ook aardig wat denktijd opgeleverd en herleestijd. 

Beste collega's,

wat als een leerling het volgende antwoord geeft: 
"Serine vormt de buitenste laag van het vezel en dit bepaalt dus het uiterlijk. (gebruik gemaakt van een gegeven eerder in de tekst) Serine is relatief hydrofiel dus de kleurstof moet dit ook zijn. Stof D4 bevat de meeste OH- en/of SO₃^- en zal dus het best met serine willen gaan mengen. Dus stof D4 is het meest geschikt (kloppende/bijpassende uitleg op deeltjesniveau)."

Naar mijn idee is dit een plausibel antwoord ook al voorziet het c.v. hier niet in.

Groeten M vd Waal 

Behalve dat er in regel 4 en 5 op de eerste bladzijde van de vraag wordt gezegd dat sericine wordt verwijderd voordat de vezel wordt gebruikt. En dus verwijder je de kleur daarmee weer.

Neemt niet weg dat ik ook een leerling had met dat verhaal.

grotendeels, dus je zou kunnen interpreteren dat er genoeg overblijft om de buitenkant kleur te geven, toch?

Best vd Waal,

Indien niet voor Fibroïne gekozen wordt is het volgens mij alleen consequent als D3 (= de meest hydrofiele kleurstof van de drie) genoemd wordt.

Dus in dit geval 1 punt, maar dan voor D3.

gr.

Oliver

Analoog geval; sericine = hydrofiel en fibroine is hydrofoob. D4 is dan het best omdat het dan gekeken naar beide stoffen het beste past.

De leerling maakt één fout, namelijk dat vegeten wordt dat sericine weggaat. Vervolgens wordt consequent de beste oplossing gekozen die ook nog eens de juiste termen (hydrofiel en hydrofoob) op de juiste wijze toepast. DIt lijkt me 1 punt vanwege tweede bolletje.

Overigens werkt hier de stapeling van de ruimtelijke bouw ook nog eens door... Er staat weliswaar in de tekst dat fibroine hydrofoob is maar bij misvattingen over de beta platen en de orientatie van de C=O en NH groepen kan nog steeds het (foute) idee ontstaan dat er H-bruggen gevormd kunnen worden door de beta platen.

Zo zijn er meerdere leerlingen die een foute aanname maken maar daarmee een aleszins plausibele doorredenatie houden, waarbij ik ze voor dat feit het 2e bolletje toeken (het 1e uiteraard niet).

Gezien de Kv is bij keuze voor sericine D3 een juiste keuze en niet D4.

Voor alleen sericine idd D3 maar voor zowel sericine als fibroine is zoals ik er nu tegenaan kijk zowel D4 (tussen D3 en D5 in qua hydrofiel / hydrofoob) als D3 (Kv dichtste bij 1 dus beste evenredige verdeling over hydrofiel en hydrofoob) verdedigbaar.