Vraag 5

Vraag 5

Door: Ronald Korporaal | Datum: Zondag 1 april 2018, 08:51 uur

Hier uw reactie.

Antwoord:

Door: Dinteren | Datum: Zaterdag 19 mei 2018, 20:16 uur

Bij vraag 5 heb ik een leerling die een ether heeft gevormd via de aldehydegroep met methanol. In de exameneisen staat niet dat ze de vorming van een ether uit twee alcoholen moeten kennen alleen ester en peptide/amide (syllabus C1.16). Het cv voorziet hier niet in. Zolang er een ether is gevormd mag ik dan bolletje 1 toch toekennen?

Door: Harry Schreurs | Datum: Zaterdag 19 mei 2018, 20:25 uur

Nog een andere vorm van MMF, de methylgroep aan de C ipv aan de O. Eerste bolletje niet.

De reactie klopt wel, gezien vanuit de molecuulformules zijn dezelfde coëfficiënten juist. Moet daar dan echt het derde punt niet toegekend worden?

Door: van Dongen | Datum: Zondag 20 mei 2018, 09:05 uur (Bewerkt op: 20-05-2018 09:13)

Ook dit jaar helaas weer in het examen. Een opgave waarbij je als je, in dit geval bolletje 1 of 2 mist, ook automatisch bolletje 3 mist. Aan de ene kant logisch om te voorkomen dat een kandidaat uitkomt op een verhouding van 1:1:1:1.

Maar als je als leerling vanuit de eerste reactie goed beredeneert wat de molecuulformule van MMF dan moet zijn en daarmee een verkeerde structuurformule maakt (bijvoorbeeld een alcohol i.p.v. een ether) dan kom je dus uit op een verhouding van 2:3:2:2 die je ook krijgt bij de juiste stoffen en dan is maar 1p wel heel zwaar bestraft. Zou daar niet een opmerking bij geplaatst kunnen worden. Bijvoorbeeld: indien een kandidaat een juiste structuurisomeer van MMF heeft getekend dan mag het 3e punt wel toegekend worden.

Anders zou een leerling maar 1 punt krijgen en dat is wel erg karig als je dat vergelijkt met het indien-antwoord met alleen molecuulformules.

Door: Schaareman | Datum: Zondag 20 mei 2018, 09:57 uur (Bewerkt op: 20-05-2018 10:00)

Zoals ik het cv lees is er een minder strikte koppeling tussen het 1e en het 3e bolletje als wellicht in eerste instantie lijkt (is inderdaad wel weer analoog aan zaken uit het verleden). Er staat nl bij het derde bolletje "bij JUISTE formules ..." en niet "bij DE juiste formules ..." dus als een leerling bij het 1e bolletje een verkeerde structuurformule van MMF weergeeft kan het derde bolletje zeker nog wel gescoord worden. (De toevoeging "juiste" (en dus niet "DE juiste" hetgeen strikter is) is denk ik om te voorkomen dat leerlingen "zomaar wat" op gaan schrijven voor MMF en dan alsnog goed uit kunnen komen maar moet dus naar mijn mening ook niet tè strikt worden geïnterpreteerd.)

Het zou gezien de vraag mijns inziens zelfs verdedigbaar geweest zijn om elke structuurformule van MMF, mits een ether, ook bij bolletje 1 goed te rekenen, juist vanwege het punt dat ether-reacties niet in de syllabus staan. Helaas staat er nu in het cv wel DE stuctuurformule van MMF, dus dat is nu niet mogelijk.

Door: Schaareman | Datum: Zondag 20 mei 2018, 12:06 uur

2e opmerking: als ze de twee H atomen van de ring bij MMF èn bij FDCA vergeten maar dit NIET bij vraag 3 ook waren vergeten interpreteer ik de derde opmerking zodanig dat ik dat hier ook maar één keer aanreken.

Door: van Rijckevorsel-Krijnen | Datum: Zondag 20 mei 2018, 13:03 uur

Naar analogie van de Indien zou verdedigbaar zijn dat bij juiste molecuulformules (ipv structuurformules) 1 punt toegekend mag worden voor het kloppend maken van de reactievergelijking, ook wanneer de dus de getekende structuurformules niet juist zijn maar wel de molecuulformules behorende bij deze foute structuurformules wel juist zijn. En dus lijkt mij dat een leerling die het tweede bolletje juist heeft en voor de pijl 'iets' heeft getekend met de juiste molecuulformule voor MMF ook voor het derde bolletje een punt kan krijgen en dus 2 punten verdient.

Waar het CV echter niet in voorziet is dat de reactiviteit van de aldehydegroep naar mijn idee groter is en dus dat het waarschijnlijker is dat methanol reageert met het C-atoom van de aldehyde in plaats van met het C-atoom van de alcohol. Een leerling die dit voorziet komt er bij deze opgave niet zo eenvoudig uit. Bij additie van de methanol aan het C-atoom van de aldehyde is namelijk een Sn2 mechanisme mogelijk waarbij, door de hoge elektronegativiteit van het O-atoom, een vrij stabiel negatief geladen O-atoom ontstaat welke vervolgens een alcohol vormt onder opneming van een proton. Hierbij ontstaat ook een ether, maar overduidelijk geen water.

Het juiste antwoord, waarbij een Sn1 mechanisme noodzakelijk is en spontaan een hydroxide-ion afgesplitst moet worden is heel wat onwaarschijnlijker.

Een goede leerling komt hier dus niet aan uit en het CV geeft geen mogelijkheid om deze leerling tegemoet te komen.

Door: Habets | Datum: Zondag 20 mei 2018, 13:35 uur

Opvallend bij mij is dat bijna niemand de reactie kloppend gemaakt heeft. Hebben jullie daar ook last van?

Volgens mij hebben ze alleen naar het aantal C'tjes gekeken en dat komt in verhouding 1;1;1;1 prima uit. Misschien zijn ze in die veronderstelling door vraag 1, waar ze ook naar het aantal C'tjes moesten kijken?

Door: Harry Schreurs | Datum: Zondag 20 mei 2018, 15:23 uur

@Habets: inderdaad. Op 40 leerlingen slechts één. En die heeft dan de verkeerde structuur voor MMF...

Door: Patrick van Kempen | Datum: Zondag 20 mei 2018, 16:00 uur

Ik zou een voorstander zijn voor:

Bij een onjuiste formule voor MMF én een kloppende reactievergelijking met coëfficiënten anders dan 1:1:1:1 3e punt wel toekennen.
 

Door: Hurenkamp | Datum: Maandag 21 mei 2018, 14:38 uur (Bewerkt op: 21-05-2018 14:38)

Citaat van collega Schaareman hierboven:
"De toevoeging "juiste" (en dus niet "DE juiste" hetgeen strikter is) is denk ik om te voorkomen dat leerlingen "zomaar wat" op gaan schrijven voor MMF en dan alsnog goed uit kunnen komen maar moet dus naar mijn mening ook niet tè strikt worden geïnterpreteerd."

Ik houd ook van close reading en zorgvuldig taalgebruikt, maar ik heb bij contact met CITO-examenmakers (tijdens een RUN-studiedag enkele jaren geleden) eens navraag gedaan naar de aanscherping van die kloppend-maak-kwestie (bleek zo ongeveer m.i.v. het nieuwe examenprogramma H/V in de CV's van de voorbeeldexamens te staan). Men wil inderdaad geen fantasieformules of dito reacties zien, om het scorepunt voor het kloppend maken te gedachtenloos binnen te slepen. Ik vond het - vóór mijn navraag - ook wat hard t.o.v. de oudere praktijk. Dat vind ik soms nog steeds, maar ik kreeg wat begrip voor het gegeven antwoord.
Ik denk - ook al ga ik mee met het onderscheid tussen 'wel en geen DE' - dat de opstellers van het CV alleen punten toegekend wil zien, als DE juiste formules er staan.
Anders zou er voor de reactie 2 H-O-H → 2 H-H + O=O of de molecuulformules-variant ervan ook een laatste (hier: derde) scorepunt moeten worden gegeven. Dat zijn immers ook "juiste formules". En ik begreep dat dit soort trucs worden uitgehaald - soms zelfs door een enkele trainer/docent aanbevolen - om bij een totaal gebrek aan inzicht toch nog een scorepunt binnen te halen voor een kloppend gemaakte (dat is wel essentieel, geen 1:1:1: ...) reactievergelijking. De vraag is terecht, of dat een beloonbare prestatie zou moeten zijn.

Wel zou men, aldus de CITO-medewerker, de meest logische 'foute afslagen' ondervangen door 'indiens'. Dat zie je ook weleens in recente en minder recente CV's gebeuren, zodat daaruit een interpretatie voor niet-beschreven gevallen kan volgen.
Het noteren van een t.o.v. de ether MMF isomeer alcohol, leidend tot een verder volledig juiste en kloppend gemaakt antwoord, zou van mij ook best 2p mogen krijgen. De leerlingprestatie bij bol 3 is er m.i. naar.

Maar: zonder expliciete aanwijzing lijkt me de bedoeling hier toch, om bol 3 alleen toe te kennen als bol 1 en bol 2 volledig juist zijn.
Dat zou inderdaad wel wat ondubbelzinniger mogen blijken uit de formulering van het model. Een in dit kader door mij gehoorde/gelezen uitspraak als "we geven het veld de ruimte, en willen niet alles dichttimmeren" is hier m.i. niet van toepassing. Het is bij dergelijke kieren in het CV dan eerder iets als "we geven het veld er een hoop gesprekstijd bij, met kans op verschillende (en rechtsongelijke) uitkomsten."