2018 tweede tijdvak algemeen

2018 tweede tijdvak algemeen

Door: van de Velde | Datum: Dinsdag 19 juni 2018, 20:39 uur

Ik vond dit tweede tijdvak-examen qua niveau van een aantal vragen  beduidend moeilijker dan tijdvak 1. Opvallende verschillen met wat ik de afgelopen jaren en vooral in tijdvak 1 zag:

3) op basis van verdubbeling van afstanden berekenen hoeveel dB er over blijft op 40 m , dan voor beide dB's een blootstellingsduur vaststellen op basis van Binas en dan nog een aftreksommetje. In feite drie stappen die de leerling grotendeels zelf mag bedenken. 

8) een eenvoudige kracht tekenen vereist nu de voorstap te bedenken dat vanwege de constante snelheid (cruciaal gegeven herkennen) de nettokracht 0 is, wat de grootte van de te tekenen kracht bepaalt.  

9) versnelling/vertraging berekenen met een begin- of eindsnelheid anders dan 0 

18) natuurkundige fout van de examenmakers

20) een formule met 4 variabelen, niet gezien in tijdvak 1, met verder de verwarring een secundaire stroomsterkte erbij te geven én te vermelden dat de trafo ideaal beschouwd moet worden. Mijn leerling is dus eerst Up·Ip=Us·Is gaan gebruiken om een primaire spanning te gaan berekenen, en daarmee uiteraard in de knoop geraakt

25) waarom "binnenwater" niet gewoon "zoet water" genoemd in de vraag? En waarom veronderstellen dat een vmbo-er wiens ouders geen schipper zijn de grootheid "diepgang" begrijpt? Hier hadden natuurkundiger termen mogen worden gebruikt, en dat allemaal bij een on-vmbo's concept als een gelsluis. 

 

Antwoord:

Door: Dekkers | Datum: Donderdag 21 juni 2018, 15:10 uur

Ik vind deze toets ook wat moeilijker dan de eerste. Wel is mooi dat deze meer variatie heeft dan de vorige. Het eerste tijdvak vond ik een vlakke toets. Deze kan ik gerust volgend jaar gebruiken bij de exmantrainingen. Het zal mij benieuwen of men weer durft te komen met een N norm van 0,9. Bij de eerste versie vond ik deze al aan de magere kant. Ik geef nu voor de vierde keer les in de mavo 4, en heb nog niet zo'n lage N norm meegemaakt. 

Door: van de Velde | Datum: Vrijdag 22 juni 2018, 14:06 uur

Hmm, ik vond de N-term voor het eerste tijdvak juist nog ruim, vooral omdat daar eigenlijk geen enkele vraag tussen zat om de toppertjes een beetje te kietelen. Nu gingen de vragen over de bouwvakker (3)  en de transformator (20)  toch duidelijk die kant op.  En die mogen er van mij best een paar in zitten om het onderscheid wat duidelijker te maken . Uiteraard niet zoveel dat ze de gemiddelde leerling dreigen te nekken, maar een paar uitdagingen zoals nu mogen er wat mij betreft best wel in. Zo lijkt dit tweede-tijdvak examen in dit opzicht gelukkig ook wat meer op het KB-examen dat mijn kadertechniekjongens moesten maken, al was de te tekenen schakeling nog vér, echt héél ver,  onder het niveau van wat mijn kadertjes moesten doen. 

Door: van de Velde | Datum: Vrijdag 22 juni 2018, 14:22 uur (Bewerkt op: 22-06-2018 17:55)

Over N-termen gesproken, ik vraag me trouwens af hoe je betrouwbaar een N-term voor zo'n tweede-tijdvak kunt vaststellen. De kandidatengroep in die herexamenlokalen kan nauwelijks representatief genoemd worden. De meeste "gewone" kandidaten zitten daar niet. Het gaat veelal om de extremen, van die kinders die om wat voor reden dan ook in eerste instantie een 3 haalden, en van wie je, afhankelijk van de reden voor die afzakker, nu alles tussen een 3 en een 7 kunt verwachten, En van die uitzonderingen die in eerste tijdvak een 8 haalden maar daar liever een 9 van maken om hun cijferlijst extra glans te geven. Of zoals die van mij dit jaar, die zwaar door het ijs zakte op haar talen en om niet op de 5,5 norm te blijven hangen haar tegenvallende 6,2 van het eerste tijdvak NA moest opkrikken naar een 6,8 (met ruim overschot gelukt overigens) 

Hoe doe je dat? Nemen ze daar de eerste-tijdvakcijfers in mee die de kandidaten halen, (want die moet je invullen in je WOLF-lijst) en zo ja hoe? Dat ze in dat paniekweekeind tussen uitslag eerste tijdvak en herexamen veelal zó bijwerken dat ze significant hogere scores halen dan eerst ligt voor de hand, maar hoe bepaal je daarop statistisch de moeilijkheidsgraad van zo'n herexamen t.o.v. het eerste examen? 

Door: van de Velde | Datum: Vrijdag 22 juni 2018, 17:53 uur

via twitter ietsje wijzer geworden: (markeringen zijn niet van mij)

dus, de scores van alle tweedetijdvakkers, en de scores eerste tijdvak van alleen die tweedetijdvakkers die op het eerste tijdvak een onvoldoende scoorden. De gedachtengang daarachter? We zoeken verder...