Uw commentaar

Helaas lezen veel van mijn leerlingen slecht bij vraag 10: per triglyceridemolecuul IN LIJNOLIE.

Velen denken dat de vraag nog gaat over de vorige triglyceride (en gebruiken dus eigenlijk tabel 1 niet).

Als deze leerlingen mbv BINAS zien dat α-linoleenzuur 3 C=C bindingen per molecuul heeft en ze dit vermenigvuldigen met 3 (omdat er 3 vetzuren veresterd zijn), kunnen ze dan zoals ik denk het 3e bolletje van het CV nog scoren?

Zo kijk ik het idd ook na. Alleen het 3e bolletje. Helaas staat de tabel of de vraag net verkeerd om tov vraag 9. Liever vraag 10 eerst gehad daarna pas vraag 9.

Maar goed het is zoals het is. Had bij mij het resultaat flink omhoog gekrikt tav deze vraag

Arend

Het derde bolletje geef ik dan ook nog.

Als - ook in een verder onjuiste beantwoording - het gehanteerde aantal C=C's in de beschouwde staarten consequent maal 3 wordt gedaan vanwege de drie staarten per triglyceride, heb ook ik (tot dusver) daar de 3e bol wel voor toegekend.

Vraag 9 en 10.
Als vraag 9 fout gaat, door bijvoorbeeld maar 1 vetzuur aan een glycerol te plaatsen, dan kan bij vraag 10 maar weinig gescoord worden. Daarbij wordt bolletje 1 van vraag 10 op deze manier vaak niet gescoord als ze niet alle vetzuren pakken maar bijv enkel alpha-linoleenzuur. Dan hebben ze het besef duidelijk goed en ook nog eens die 62x3, maar niet door dat het voor alle drie moet omdat ze niet begrijpen uit vraag 9 hoe ze dat aan moeten pakken. Maar bolletje 1 lijkt mij toch te testen dat ze het aantal dubbele bindingen kunnen uitrekenen adhv de C-staart. Dat is ook geslaagd als je er maar 1 doet. Dus ik zou die willen zien als "correcte verwerking van de koolstofstaart en de dubbele bindingen " of zoiets.... Nu schiet het zijn doel voorbij.

Vraag 9 is hiermee eigenlijk een 4-puntsvraag geworden.