Ik heb meerdere schakelingen gezien die 36V opleveren. Bijvoorbeeld, het al getekende paneel in serie met nog 1 paneel en dat in serie met 4 parallel geschakelde panelen. Lijkt me juist. De juiste stroomsterkte zou dan 2,7A moeten zijn, maar dat lossen ze dan via het vermogen op. 1,35W*6 panelen * 24 cellen is 194.4 W. En dat delen ze dan door de spanning van 36 Volt. Dat komt ook op 5,4A en is niet zo gek bedacht van de leerlingen. Ze begrijpen dat de (juiste) schakeling geoptimaliseerd is...

Ik weet niet zo goed wat ik met dit soort redeneringen aan moet. Schakeling klopt en de berekening van de stroomsterkte klopt ook (maar is niet consequent met hun zelf bedachte schakeling). Alle punten lijkt mij niet. Ik vul nu 3 punten in. (1e bol (die heeft praktisch iedereen), 2e bol, 3 en 4 niet en 5 dan weer wel... Ofzo...

Dus er zit een soort extra voorwaarde in de opgave: de zonnepanelen moeten 36 V geven, maar wel op zo'n manier dat elk paneel zijn 2,7 A kwijt kan. Mijn leerlingen produceren allerlei abstracte kunstwerken, en vergeten ook nog vaak + en - te noteren. Tja. 

In het voorbeeldantwoord van het cv staan ook geen + en – bij de panelen. Blijkbaar is dat dus niet nodig. Als zo'n kunstwerk zodanig gepoold kan worden dat het werkt, is het wat mij betreft prima. Staan er wel + en – en klopt het daardoor niet, dan is het uiteraard gewoon fout.

De oplossing met eerst 2 panelen in serie en de andere 4 parallel er achteraan in serie ben ik ook tegengekomen, maar volgens mij klopt die niet. Het lijkt me dat het mis gaat met de stroom. Als de stroomsterkte door de eerste 2 panelen 2,7 A is, dan wordt het bij de laatste 4 verdeeld en zit je op 0,675 A, waarbij je dus een veel lager vermogen hebt. De vraag is, welk punt missen ze dan? Het 2e punt of het 3e punt?

Verder heb ik leerlingen die het paneel kortsluiten, dan missen ze dus ook een punt als het verder goed klopt. Het was handig geweest als er aansluitpunten waren geweest. En soms worden er plusjes en minnetjes neergezet die niet nodig zijn, maar er wel een foutieve schakeling van maken...

Voor het berekenen van de 5,4 A vind ik dat je vrij veel punten krijgt, het lijkt erop dat dit de laatste drie bolletjes zijn. Enkel en alleen voor het optellen van 2,7 A + 2,7 A...

@koster en @Vorselman, ik kom hem tegen met de 4 parallel in het midden. Ik weet onvolfdoende van zonnecellen om te weten of de stroom verdeeld wordt over die 4 of dat die 4 meer stroom leveren die dan in de losse panelen zorgen dat de spanning anders wordt. Volgens mij gaat ie inderdaad niet werken, maar weet ook niet welke bolletjes ik niet mag geven.

Ik zie deze vraag bij (te) veel leerlingen fout gaan. Schakelingen bouwen is typisch een practisch iets dat je gewoon vaker gedaan moet hebben. Het lijkt wel of dat het verminderde praktisch werk in de corona tijd meer invloed heeft gehad dan ik me had gerealiseerd.

We kunnen er lang over discussieren welke schakelingen wel en niet zouden werken.
Als elke cel op 0,50V wordt gehouden moet hij 2,7A leveren. Alleen de twee getekende schakelingen voldoen hieraan.
Mijn voorstel zou zijn:
1e bolletje voor de eerste deelvraag
2e bolletje voor iedere schakeling waarin precies 3 cellen in serie voorkomen (2-2-2,1-2-3,1-4-1,..)
3e bolletje als stromen gelijk zin (2-2-2, 3-3, 6 in serie, 6 parallel), alle andere oplossingen fout
4e bolletje als stroom consequent met 3e bolletje, of uit P_totaal
5e bolletje voor completeren van 1 en 4

Als extra opmerking zou er bij kunnen dat in geval 6 weerstanden in serie het laatste bolletje wegens versimpeling niet wordt toegekend. Dit zal nl in ieder overleg weer discussie opleveren.

De opmerking over niet werkende schakeling: extra spanningsbron in serie of parallel met verkeerde polariteit, kortsluitingen, polariteiten niet juist (jammer dat cv polairiteit niet toont, hoort wel degelijk bij de vraag, staat wel op de bijlage), etc waardoor de schakeling niet meer werkt als beschreven. Toerekenen aan bolletje 3 of 4.

Ik heb een beetje moeite met de punten bij alternatieve methodes.

Ik heb het vijfde punt niet gegeven als er een kortsluiting werd gecreeerd. 

Als een leerling werkt met alternatieve methode van Ptot berekenen, dan normeer ik dat als volgt:
1. Ptot = 194,4 W (3e bol)
2. gebruik Itot = Ptot/Utot (4e bol)
3. Itot = 5,4 A (5e completeerbol)

Nu zijn er leerlingen die een foute tekening maken en kortsluiting creeeren, maar toch met bovenstaande alternatieve methode rekenen. Niet consequent dus. Ik trek vijfde punt af, vanwege kortsluiting, tweede punt is al afgetrokken vanwege foute tekening. Kan ik punt 3 en 4 wel gewoon geven? Of hoort daar ook ergens consequent gebruik bij te staan? 

Door: Borgonjen | Datum: Zondag 30 mei 2021, 09:40 uur (Bewerkt op: 30-05-2021 09:43)

Ik hoop dat deze puntenverdeling maandag bij de bespreking tot nieuwe leidende standaard wordt verkozen! Hear Hear!

@ Hutjes:
Het 3e bolletje hoort bij het tekenen van de schakeling, en kun je dus zeker niet toekennen aan de berekening van het laatste onderdeel.
Het 5e bolletje hoort bij het completeren van beide inzichten (bij 1e en 4e bolletje).
Verder helemaal eens met toekennen van 4e bolletje bij alternatieve methode.

@Borgonjen
Deze methode met vermogen staat m.i. helemaal los van hoe je de schakeling getekend hebt. Dat is juist het fijne van het vermogen gebruikt wordt. Ook met goede schakelingen kan deze methode gebruikt worden, het enige wat van de schakling nodig is, is het totale vermogen (dus 6 x vermogen van één paneel of 6 x 24 x vermogen van één cel) en de totale spanning (een gegeven), dit wordt niet beïnvloed door het juist of onjuist tekenen van de schakeling en dan een koppeling naar de schakeling geen vereiste lijkt me.

Wanneer je met de stroomregels werkt is de koppeling naar de schakeling natuurlijk wel van belang, maar dit is een alternatieve methode, dus alternatieve bolletjes.