Vraag 10

Vraag 10

Door: Ad Mooldijk | Datum: Zaterdag 14 maart 2020, 21:26 uur

Plaats hier uw vraag of reactie of mening.

Antwoord:

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Vrijdag 28 mei 2021, 21:11 uur

Bij vraag 8 is besproken dat de golfsnelheid niet overal in de ring gelijk is. Hoe kun je er nu dan van uitgaan dat de twee golven (linksom en rechtsom) tegelijk de bovenkant van de lus bereiken? Je zou dan eerst in figuur 2 moeten nagaan dat het buikenpatroon symmetrisch is. En dan nog is dit alleen aan te tonen voor n = 5.

Door: Raul Jimenez | Datum: Vrijdag 28 mei 2021, 22:35 uur

bij 2e vraag ('geef aan waarom...') geeft het correctievoorschrijft als reden dat het niet mogelijk is. Is dat een voldoende uitleg? Dit lijkt me een soort van "waarom?" "omdat het niet kan". 

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Vrijdag 28 mei 2021, 22:57 uur

Inderdaad, zelf had ik daar een heel verhaal bij opgeschreven over gelijke aantallen buiken links en rechts, plus nog één bovenaan.

Door: Martijn van Aken | Datum: Vrijdag 28 mei 2021, 22:58 uur (Bewerkt op: 28-05-2021 22:59)

Helemaal mee eens. Het correctiemodel herhaalt eigenlijk de vraag. Enige toevoeging is dat onder een knoop zit, wat wel essentieel is voor een volledige uitleg: bij een even aantal buiken, zitten er 'links' en 'rechts een geheel aantal halve golven/golflengtes en, omdat er onderaan een knoop zit, daardoor bovenin (ook) een knoop.

Pff... dan is het antwoordmodel 'gewoon benoemen wat er gebeurt als antwoord op de vraag waarom het gebeurt' een stuk makkelijker!

Net 1 minuut te laat, zie post hierboven :-)

Door: Borgonjen | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 08:20 uur

Alleen de uitleg "in het bovenste punt kan geen destructieve interferentie optreden, dus een buik".
Impliciet heeft de leerling het wel begrepen, maar voldoet totaal niet aan de gedetailleerdheid van het cv.

Voldoende voor allebei de eerste deelscores? Helemaal niets? Of de gulden middenweg?

Door: Borgonjen | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 08:27 uur

Overigens is dit een vraag en antwoord dat afhankelijk is van de manier waarop de triller werkt.
Hier een op- en neergaande beweging.
Als dit vervangen wordt door een triller die draait, is er aan de basis een faseverschil van 1/2, en ontstaat er boven een knoop en dus een even aantal knopen. Mocht je willen proberen het apparaat te bouwen, zorg dan dat de ring onderin niet doorloopt.
Nu denk ik niet dat er leerlingen zullen zijn die zich dit realiseren, figuur 4 is suggestief genoeg, maar toch.

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 08:28 uur

Ik zou daar wel enige onderbouwing bij willen zien, anders kan het ook bluf zijn.

Dat vind ik het lastige met veel van die uitlegvragen. Je moet laten zien dat X. Schrijf je op dat "niet-X niet mogelijk is", dan kan dat pure bluf zijn, maar toch is iets dergelijks soms wel onderdeel van het antwoord in het cv. Eer en geweten dan maar!

Door: Martijn van Aken | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 11:34 uur (Bewerkt op: 29-05-2021 11:35)

@borgonjen

Uit de tekst boven de vraag: 
Deze twee lopende golven interfereren met elkaar. Op plaatsen met constructieve interferentie ontstaan buiken en op plaatsen met destructieve interferentie ontstaan knopen.

Dus:
Je krijgt: "A geeft buik, B geeft knoop".
Vraag: leg uit waarom we een buik zien.
Antwoord 'omdat B niet kan' (zonder uitleg)
Misschien dat dit bij bewijzen in de wikunde zo gaat, maar dat is echt niet goed hier. De leerling heeft de tekst boven de opgave begrepen, maar voegt niets toe. DIt zou hetzelfde zijn als geantwoord wordt: "er is een buik omdat bovenin constructieve interferentie plaatsvindt".

Er moet echts iets over weglengteverschil / zelfde tijdsduur worden gezegd.
Ik zou dit antwoord geen van beide 1e twee deelscores geven.

Door: Sitters | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 13:28 uur (Bewerkt op: 29-05-2021 13:47)

Ik vind het 2e streepje van het antwoord het grote probleem. Eigenlijk staat er niet veel. Ik mis *waarom* een knoop beneden en een buik boven betekent dat er een oneven aantal buiken moet zijn.

Door: Hoogland | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 14:34 uur

Hoe expliciet moet een leerling benoemen dat onderin een knoop zit? Als een leerling opschrijft
" oneven want Li en Re altijd evenveel buiken want symetrie, + 1 want bovenin altijd een buik" (al goed uitgelegd bij vorige -) dan zegt hij misschien inpliciet dat hij onderin geen buik verwacht (namelijk een knoop)? 3e . wel of niet geven?