Vraag 07

Antwoord:

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 18:53 uur

Off-topic: die intensiteit aan het oppervlak is natuurlijk fundamenteler, de totale lichtkracht volgt hier juist uit. Maar onze leerlingen kennen S-B in de vorm met A, dus bij hun redeneringen zullen ze die als basis nemen.

Door: Martijn van Aken | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 20:13 uur

@offerhaus geen meerwaarde aan P of I hoor dit was bedoeld om aan te geven dat in de vorm van I het oppervlakte weggedeeld was en dat is hier juist de crux.

Door: Bernd van den Oetelaar | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 20:47 uur

Een leerling leest 1,2 mm af als golflengte (met deze significantie).

Hij rekent met Wienconstante van 2,898*10-3 mK rekent hierna goed door en schrijft zijn antwoord als T = 2,415 K.

In mijn ogen maakt hij dan een significantiefout, want hij schrijft twee cijfers meer op dan zij eigen grof afgelezen golflengte.

Ondanks dat de waarde binnen de marge valt en het aantal significante cijfers volgens het c.v. niet zou moeten worden aangerekend, ben ik toch geneigd om dit als te significant te beschouwen en de derde deelscore niet te geven.

Wat denken jullie?

Door: Bernd van den Oetelaar | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 20:59 uur

Ik heb ook een leerling die geen gebruik maakt van de wet van Wien, maar de Planck-krommen in tabel 22 heeft gebruikt in de bepaling.

Omdat het hier om een "bepaal"-opdracht gaat, hoeft volgens mij niet per se de wet van Wien gebruikt te worden en kan het ook met Planck-krommen. Ik wil hier de tweede deelscore wel voor toekennen, Kan dit?

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 21:21 uur

Hoe zijn die krommen van Binas 22 dan gebruikt? Die komen niet lager dan 2000 K... Of heeft die leerling stiekem toch gewerkt met de omgekeerdevenredigheid, zonder Wien als formule op te schrijven?

Door: Bernd van den Oetelaar | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 21:41 uur

@Garmt de Vries: Ze heeft een omrekenfout gemaakt van mm naar nm (1,075 mm zou 1075 nm zijn), waardoor ze bij de Planck-kromme van 3000 K uitkwam.
Ik zou dus zeggen: 2 punten: eentje voor goed aflezen en de tweede voor het gebruik van een op zich goede bepaal-methode. Completeerpunt was natuurlijk al weg door de foute omrekening.

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 22:21 uur

Ah, op die manier. Lijkt me redelijk dan.

Door: Martijn van Aken | Datum: Zaterdag 29 mei 2021, 22:26 uur

@Bernd
Waarom zou het aantal significante cijfers volgens het correctiemodel niet worden aangerekend?
Ik vind trouwens het aflezen van de x-as op 3 significant net zo verdedigbaar als in 2 signifaicant.
Je kan het verschil zien tussen 1,0 - 1,05 - 1,1 maar nauwkeuriger niet lijkt me, zeker niet in ee horizontaal stuk lijn op de top.

Schommelt dus tussen 2 en 3 significant. Ik heb zo het idee dat als de top 'toevallig' mooi op 1,2 had gelegen, het C.V. voor 1,2 mm had gekozen (en dus een 2 significant eindantwoord)

Dit geeft niet echt een antwoord of je de 4 significant goed of fout moet rekenen.


Over het gebruik van tabel 22:
De top van 3000 ligt echt naast de 1075 nm. Dit kan je natuurlijk ook onder het complementeer gooien, maar deze bepaalmethode is wel substantieel minder nauwkeurig dan het bedoelde (tenzij de top toevallig overeenkomt met een Planckkromme in tabel 22.

 

Door: Vermeulen | Datum: Zondag 30 mei 2021, 19:19 uur (Bewerkt op: 30-05-2021 19:20)

Ik dacht dat ik last had van Dejá vu, want toen ik het examen maakte wist ik het antwoord al....

Maar nee, in het examen van 2006 is de temperatuur bij dezelfde foto, gegeven als 2,73 K.....

Ook het Lagrangepunt komt al (in een ander examen) voor, evenals "stopping power" (weer een ander).

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Zondag 30 mei 2021, 22:18 uur

@Bernd, @Martijn:

De vraag was: als λmax in 2 s.c. is afgelezen, en het eindantwoord in 4 s.c. is gegeven, mag je dan het completeerpunt toekennen?

A) Het cv geeft 3 s.c. en daar mag je er één naast zitten, dus punt toekennen

B) Er wordt een waarde met 2 s.c. als input van de berekening gebruikt, dus 4 s.c. in het antwoord is fout

Ik kies voor B.