Vraag 05

Vraag 05

Door: Ad Mooldijk | Datum: Zaterdag 14 maart 2020, 21:32 uur

Plaats hier uw vraag of reactie of mening.

Antwoord:

Door: Borgonjen | Datum: Donderdag 20 mei 2021, 19:51 uur

Uit het cv maak ik op dat er geen punt wordt toegekend als de expliciete verwijzing naar de vtemperatuur ontbreekt.

Een motivatie voor het 2e punt kan ik niet bedenken. Iemand anders misschien?

Door: van Campo | Datum: Donderdag 20 mei 2021, 20:30 uur

Ik ben het met je eens. Overigens vind ik de verwijzing naar een hogere temperatuur wel gewenst (verplicht), want anders is het gewoon een beschrijving van de grafiek (hogere R bij hogere t(las) )  en zou men op basis daarvan gewoon goed kunnen gokken, zonder inzicht te tonen.

Door: Jacco Dankers | Datum: Vrijdag 21 mei 2021, 09:03 uur

Ik heb onderstaande klacht ingediend bij het examenloket, omdat volgens mij de opgave inconsequent is. Waarschijnlijk gaan weinig leerlingen hierdoor de mist in, maar toch: Ben ik nu aan het muggenziften of hebben jullie daadwerkelijk leerlingen die volgens onderstaande beschrijving redeneren? 

“Het vormen van een las”, waar het in de tekst boven vraag 5 over gaat, is eerder op pagina 2 beschreven als het proces van verhitten (smelten) én afkoelen (stollen). Je zou zelfs kunnen zeggen dat het “tot één geheel samen vast worden" (tekst boven vraag 1) de echte vorming van de las is. Een leerling kan op basis hiervan redeneren dat figuur 7 dus gaat over het afkoelen en stollen. Dan volgt juist het inzicht dat de temperatuur gedurende de lastijd afneemt, terwijl de weerstand toeneemt en dat ijzer dus een NTC-materiaal is. Deze leerling mist nu het eerste scorepunt door de inconsequente formulering in de opgave en niet door gebrek aan natuurkundig inzicht.
(Dit wordt nog versterkt doordat de grafieklijn van figuur 7 niet begint op lastijd = 0, waardoor de leerling kan concluderen dat het eerste deel (het smelten) hier is weggelaten, zeker doordat de verhittingstijd kort is (vraag 3) en de afkoeltijd wel eens langer zou kunnen duren.)

Door: Monsees | Datum: Vrijdag 21 mei 2021, 11:25 uur

@Borgonjem:

Ik beschouw het niet noemen van de stijgende temperatuur als een vergeetfout in het eerste punt. (dus geef ik niet). Het tweede punt zou ik wel willen proberen omdat er blijkbaar wel een redenering is geweest die, samen met de stijgende weerstand, tot de juiste conclusie voert. Als je beide punten niet geeft, bestraf je het niet volledig opschrijven van de redenering twee keer. Ook omdat in de tekst bij vraag 3 al geuitgelegd is dat tijdens het lassen de temperatuur toeneemt.

Door: Borgonjen | Datum: Vrijdag 21 mei 2021, 14:34 uur

@ Dankers:

Ik ben het daar helemaal mee eens. Het is geen muggenziften, ik denk dat veel leerlingen het verband tussen lastijd (wat is dat trouwens, een tijdstip of een tijdsduur?) en het opwarmen niet zien als ik naar de antwoorden kijk.

Door: Huub Franzel | Datum: Vrijdag 21 mei 2021, 16:02 uur

Lastig te beoordelen want wanneer zie je het inzicht dat temperatuur én weerstand toeneemt? Moeten ze beide expliciet noemen? Dat doen ze vaak niet. Maar kun je dan nog wel 1 punt geven?

Ik krijg veel antwoorden in de vorm:

PTC want hoe langer er gelast wordt hoe groter R wordt.

PTC want de weerstand neemt steeds meer toe des te langer de lastijd is.

Door: Monsees | Datum: Vrijdag 21 mei 2021, 16:54 uur

Bij vraag 3 moet uitgerekend worden hoe lang het duurt voordat de lasplek voldoende opgewarmd is. Daar staat dus al impliciet dat de lasplek opwarmt als de lastijd toeneemt. Daarom lijkt me één punt zeker verdedigbaar. 

Door: Arjan van Leeuwen | Datum: Zaterdag 22 mei 2021, 12:44 uur (Bewerkt op: 22-05-2021 12:44)

ik vind persoonlijk het beggrip "lastijd" op de x-as van figuur 7  verwarrend. Helemaal omdat verschillende leerlingen bij mij vanuit vraag 4 aan het puzzelen zijn met  "hoeveel warmte heb ik nodig om de cilinder tussen de elektroden te laten smelten als de plaat opgewarmd is door het maken van lassen vlak bij elkaar"; Ik zie redenaties als "als ik meer lassen bij elkaar heb, dan heb ik door de hogere begintemperatuur minder tijd nodig om bij gelijk vermogen een las te maken. Bij vraag 3 wordt het begrip "lastijd' niet geïntroduceerd; daar wordt enkel over tijd gesproken. Tijd zou volgens mij een logischere grootheid zijn op de x-as van figuur 7.

Door: van Garderen | Datum: Zondag 23 mei 2021, 11:29 uur (Bewerkt op: 23-05-2021 11:30)

In het landelijk overleg zijn wij tot de conclusie gekomen dat het niet noemen van de temperatuur een bolletje kost.

Vraag 5 (max 2)

“De weerstand neemt toe tijdens de lastijd dus is het een PTC.” Temperatuur wordt niet expliciet genoemd, Eerste bolletje kan dus niet gegeven worden
maar temperatuurtoename werd al gebruikt in voorgaande opgave, dus je kunt stellen dat de kandidaat dat al aanneemt.                                                                                                           = Consequente conclusie
                                                                                                                           dus max 1 punt

Door: Jacco Dankers | Datum: Maandag 24 mei 2021, 14:07 uur

Op mijn klacht over de onduidelijkheid rondom het begrip "lastijd" en de mogelijkheid dat een leerling hieronder óók het afkoelen verstaat, heb ik de volgende reactie gekregen: 

"U geeft aan dat de tijd in figuur 7 ook de tijd zou kunnen zijn waarin de las afkoelt en stolt. De vraag gaat echter over de weerstand van het ijzer tussen de elektroden. Uit de eerdere beschrijving blijkt dat die elektroden alleen de plaat raken tijdens het verhitten. De grafiek kan dus geen betrekking hebben op de periode waarin de las afkoelt en stolt."

Hierin wordt impliciet verwezen naar de eerste zin bovenaan bladzijde 3 en de reactie is inhoudelijk geheel juist. We zullen het hiermee moeten doen. Persoonlijk vind ik echter dat we hier van de havo-leerling wel een zeer nauwkeurige leesvaardigheid eisen. Mocht ik deze opgave zelf ooit in een toets gaan gebruiken, dan zal ik het begrip "lastijd" zeker wat uitgebreider toelichten.