Hypothesen in practica: een onnodig probleem

Hypothesen in practica: een onnodig probleem

Door: van de Velde | Datum: Zondag 20 januari 2019, 15:57 uur (Bewerkt op: 21-01-2019 20:38)

Als moderatoren en helpers op de vraagbaak van Natuurkunde.nl  worden wij al jaren regelmatig geconfronteerd met leerlingen die een “hypothese moeten bedenken” voor een verslag van een practicum. De infameuze “onderzoeksvraag” zit hier trouwens heel vaak heel dicht tegenaan qua problematiek.

We zien op de vraagbaak zelden de volledige en letterlijke practicumopdracht, maar in de meeste gevallen is onze conclusie toch wel dat wij als docenten en methodeschrijvers onze leerlingen met die vage “hypothese” heel vaak onnodig in de war brengen. Wij noemen dat een “vage” omdat vaak (b)lijkt dat we zelf niet goed begrijpen waar we het over hebben.

Want die vraag om een hypothese is in de meeste practicumopdrachten gewoon niet van toepassing:

Als voorbeeld een citaat uit de vraag van een leerling op de vraagbaak:

“Op school moeten we vier keer per jaar een proef doen en daar een verslag over schrijven. Deze keer moeten we een proef doen over de veerconstante: We krijgen een veer en een aantal gewichtjes, en moeten dan meerdere meetpunten nemen, een grafiek maken en daaruit met excel afleiden wat de veerconstante van de veer is.

In het verslag van de proef moet altijd een hypothese zitten.
..//.. ” 

Uit dit verhaal mogen we opmaken dat de theorie rond veerconstantes al behandeld is, en duidelijk blijkt dat reeds in stappen is voorgeschreven wàt ze gaan onderzoeken en hòe ze dat moeten gaan doen.

En eigenlijk wordt hier sowieso geen hypothese onderzocht, want als we lezen :

"..//.. moeten ..//.. afleiden wat de veerconstante van de veer is"

dan is het onderhavige practicum (zoals een groot deel van de practica) alleen maar een technisch onderzoek dat om een getalsmatig antwoord vraagt. Een hypothese spreekt een verwachting uit, met de bedoeling die experimenteel te falsifiëren. Confirmed, probable, possible or busted.

Steeds maar vragen om een "hypothese te bedenken"  is in de meeste gevallen op school gewoon een (taal)fout van de docent, want maar al te vaak is er helemaal geen sprake van enige te falsifiëren veronderstelling, of is die veronderstelling feitelijk al tot in detail vastgelegd in de opdracht. Dus raakt iedere weldenkende leerling daarvan in de war. 

Waarom luiden deze opdrachten, àls er al sprake is van een hypothese, niet stomweg:

"Onderzoek de volgende hypothese: ..... (en dan die hypothese) ........." 

of anders:

"Welke hypothese wordt onderzocht met deze opdracht?"

Onze hypothese is dat we met een correcter en consequenter omgaan met hypothesen in practica onze leerlingen van een onnodig, onnadenkend door ons zelf gecreëerd probleem verlossen.

 

Met hoopvolle groet,

Jan van de Velde en Theo de Klerk
docenten natuurkunde
moderatoren vraagbaken Natuurkunde.nl en Sciencespace.nl

Antwoord:

Door: Serge van Meer | Datum: Maandag 11 februari 2019, 10:54 uur

Een hypothese opstellen vor een bekend practicum vind ik een niet zinvolle toepassing, en  ik ben het  dus eens met Jan van de Velde en Theo de Klerk. Toch vind ik het belangrijk dat leerlingen tenminste een keer gaan werken met het falsificatie begrip.  Volgens mij zou een ontwerp-opdracht zich er voor lenen.

 

Serge van Meer, docent Scheikunde

Door: van Ketel | Datum: Vrijdag 15 februari 2019, 15:08 uur

Ik denk dat het afhangt van het soort practicum:

- technisch instrumenteel: geheel niet relevant

- verifiërend: controleren wat in het boek / in Binas staat? Natuurlijk is dan de hypothese dat de theorie klopt.

- onderzoekspracticum: ik kan me voorstellen dat een hypothese hier zin heeft.

Wat mij betreft valt het voorbeeld van de veerconstante duidelijk in de tweede categorie, een hypothese is hier dus ook wat mij betreft overbodig.

Door: Garmt de Vries-Uiterweerd | Datum: Donderdag 28 maart 2019, 16:55 uur

Ik maak bij practica altijd onderscheid tussen:

- het bepalen van de waarde van één grootheid (dichtheid, veerconstante, viscositeit, noem maar op)

- het onderzoeken van het verband tussen twee (of meer) grootheden (hoe hangt de trillingstijd af van de slingerlengte)

Bij de eerste soort hoort geen hypothese, bij de tweede kan het wel.